PosiTector UTG - Werking

PosiTector UTG sondes zenden een ultrasone puls uit in het te meten materiaal. Deze puls beweegt zich door het materiaal naar de andere kant. Wanneer hij een raakvlak tegenkomt, zoals lucht (achterwand) of een ander materiaal, wordt de puls teruggekaatst naar de sonde. De tijd die de puls nodig heeft om zich door het materiaal te verplaatsen wordt gemeten door de meter, hieronder weergegeven als t1 en t2.

Enkele Echo

PosiTector UTG C-sondes hebben een omvormer met twee elementen en automatische V-Path compensatie. De dikte wordt bepaald door t1 (ongecoat) of t2 (gecoat) te meten, deze door twee te delen en vervolgens te vermenigvuldigen met de geluidssnelheid voor dat materiaal (staal). Zie figuur 1.

Figuur 1

Voor ongecoate materialen houdt t1 rechtstreeks verband met de materiaaldikte. Wanneer een materiaal gecoat is, wordt de propagatietijd verlengd en hierboven weergegeven als t2.

Coatings zoals verf hebben een lagere geluidssnelheid dan metaal. De enkele echotechniek zal dus een dikker resultaat opleveren dan de werkelijke gecombineerde dikte van coating en metaal. Het resultaat zal een aanzienlijk hogere, onbekende waarde van de verfdikte bevatten. Daarom is het niet eenvoudig om de dikte van de verf te meten en die af te trekken van het resultaat van de meting met één echo.

Meervoudige Echo

De sonde PosiTector UTG M bepaalt de dikte door de tijd tussen ten minste drie opeenvolgende achterwandecho's te meten.

Figuur 2

In figuur 2 hierboven meet de meervoudige echomodus alleen de tijd tussen echo's. Ongeacht of het staal gecoat is of niet, alle tijden tussen de echo's zijn gelijk. In meervoudige echomodus bepaalt de meter de dikte door t1 + t2 + t3 te meten, deze door zes te delen en vervolgens te vermenigvuldigen met de geluidssnelheid voor dat materiaal. De resulterende dikteberekening door het instrument is dus alleen een nauwkeurige meting van de staaldikte, zonder rekening te houden met de laagdikte.

De geluidssnelheid wordt uitgedrukt in inches per microseconde of meters per seconde. Deze is voor alle materialen verschillend. Geluid gaat bijvoorbeeld sneller door staal (~0,233 in/µs) dan door plastic (~0,086 in/µs).